Een andere technologische toekomst, Florian Weigl
Wat een verademing zijn de werken en kunstenaars die gepresenteerd worden op DEAF. Er lijkt ook een toekomst mogelijk te zijn waarin ons bestaan niet gedomineerd wordt door displays. Het grimmige beeld van winkelstraten vol metershoge schermen en overal aanwezige touchscreens blijft bij de kunstenaars die daar hun werk laten zien, uit. Gelukkig. Het is het type toekomstbeeld dat op voorhand angst aanjaagt. Ieder persoonlijk handelen lijkt verloren.
Op DEAF is het anders. Geen constant op je afgevuurde statusupdates vol tekst, beeld en geluid. In deze kunstwerken draait het juist om persoonlijke interactie, streven de makers naar verrassing en gaan op zoek naar het onbekende.
In het werk van Anoek Wipprecht is het alle drie aanwezig: de interactie, de innovatie en de verrassing. Intimacy 3.0 moet een sensueel spel worden tussen twee mensen. Ze ontwierp een hightech jurk die wisselt in transparantie, afhankelijk van de hartslag van de draagster en de degenen die er naar kijken en op toelopen. Hoewel ik het werk gepresenteerd zag op een paspop voelde ik toen al de intimiteit. Hoe dichter ik naderde hoe meer ik te zien kreeg. Alsof iemand zich voor je uitkleedt.
Voor Daredroid maakte Wipprecht een jurk die de gebruiker uitdaagt een spel truth or dare te spelen. De draagster stelt de vraag, of geeft de opdracht. Als je goed reageert krijg je een cocktail van drankjes uit buisjes in/op de jurk. Hoewel je dit werk activeert door op een knop te drukken, voelt het als een persoonlijke interactie. Zelfs realiseer je niet meer dat de cocktail is gemaakt door een jurk.
De architectonische omgevingen van Philip Beesley zitten ook vol verrassing. Zijn werk voelt als een symfonie van bewegingen of een organisme waar ik als bezoeker deel van uitmaak. Toen ik voor het eerst in de witte, futuristische - bijna spookachtige - wereld liep voelde dat alsof het werk zich bewust van mij werd. Subtiele veer-achtige tentakels krullen op als ik er naast sta en brengen weer andere veren in beweging. Er gaat een golf door het hele werk, dat geïnspireerd is op koraal. Het lijkt alsof de zachte tentakels contact met me te zoeken en met elkaar.
Beesley heeft zich voorgesteld dat gebouwen in de toekomst met hun omgeving mee bewegen en voelen. Hij is op zoek naar bouwconstructies en materialen die dat mogelijk zouden moeten kunnen maken. Hij wil gebouwen waarin ruimtes gecreëerd kunnen worden, die mee bewegen, mee ademen en mee denken met de gemoedstoestand en wensen van mensen.
Wipprecht en Beesley ontwikkelen nieuwe manieren om je omgeving en objecten te kunnen ervaren. Hun gebruik van technologie is vernieuwend en ze hebben een toekomstbeeld waarin de grenzen tussen persoon, object en technologie vedwijnen. Een toekomst waar ik graag in stap.